Kinderen ontwikkelen zich weleens op een andere wijze dan je als leerkracht en ouder verwacht. Wij weten op basis van de aanhoudende stroom gegevens over de prestaties van de kinderen (leerlingvolgsysteem) dat we met ons onderwijs de meeste kinderen bereiken.
Op basis van deze ervaring hebben we de verwachting dat kinderen op de Willemsparkschool zich op een niveau ontwikkelen dat gelijk is aan het gemiddelde kind in Nederland (onze norm).
Toch lukt dat niet bij alle kinderen: er zijn kinderen die ver boven de norm presteren, er zijn ook kinderen die ver onder de norm presteren. Met behulp van een systeem van signaleren, diagnosticeren, remediëren en evalueren proberen we onderwijs op maat voor elk kind te bieden. Als een kind zich ver boven of onder de norm ontwikkelt, dan wordt dit uit de gegevens van de kinderen duidelijk.
Vervolgens wordt getracht vast te stellen hoe dit komt (diagnosticeren), waarna een plan wordt opgesteld en uitgevoerd (remediëren). Hierbij wordt, indien dat nodig is, voor individuele kinderen een norm gesteld die voor hen wel haalbaar is.
Ten slotte wordt getoetst of de in het plan gestelde doelen bereikt zijn, of dat bijstelling van de werkwijze noodzakelijk is (evaluatie).
De interne begeleider bewaakt dit proces, zorgt voor de interne communicatie en de communicatie met de ouders. De leerkracht van de klas blijft natuurlijk verantwoordelijk, maar wordt met betrekking tot de begeleiding door de interne begeleider geadviseerd.
Indien in de school de kennis niet aanwezig is om voor een kind goede oplossingen te vinden, dan beschikken we over structurele externe contacten bij het Advies en Begeleidingscentrum (ABC), LOM-school De Ruimte en de GG&GD afdeling school gezondheidszorg.
De interne begeleider onderhoudt namens de school de contacten met deze instellingen. Als een kind een speciaal programma voor een of meer vakgebieden moet volgen, dan kan dit buiten de klas individueel of in een klein groepje gebeuren onder leiding van de remedial teacher. Deze hulp buiten de klas is in principe mogelijk voor een periode van maximaal 8 weken per schooljaar. Slechts in uitzonderlijke situaties kan deze ondersteuning voor eenzelfde periode worden verlengd. Vormen van langdurige ondersteuning kunnen geboden worden als na onderzoek speciale zorg voor de school is gewenst. De financiële middelen worden dan door het Rijk geleverd (de zogenaamde rugzak). Zoals eerder is opgemerkt, worden de ouders van kinderen die (tijdelijk) een speciaal programma moeten volgen, hierbij betrokken vanaf het moment dat de eerste reden voor zorg is geconstateerd. Op deze wijze trachten we alle kinderen op de Willemsparkschool optimaal te begeleiden en 'binnen de poort' te houden. Toch kan het ook voorkomen dat in gezamenlijkheid besloten wordt dat een kind in het speciaal onderwijs beter op zijn plaats is. Dit komt zeer incidenteel voor. Hoe beter we worden in het bieden van onderwijs op maat, des te groter de verschillen tussen kinderen kunnen worden. Dat schept voor ouders, kinderen en leerkrachten de verplichting om verantwoord om te gaan met deze verschillen, zodat de Willemsparkschool voor iedereen een plaats is zijn met een goed onderwijskundig en pedagogisch klimaat.